Haken voor beginners

Altijd al willen leren haken? Begin vandaag nog! Ondanks dat haken nog steeds een redelijk oubollig imago heeft wordt het ook onder de jongere generatie steeds populairder. Op Pinterest komen de leukste gehaakte woonaccessoires voorbij waardoor je wel enthousiast moet worden. Maar dan wanneer je hebt besloten om te beginnen met haken weet je eigenlijk niet waar je moet beginnen? De leuke ideeën op Pinterest zijn nog te hoog gegrepen en er zijn lastig makkelijke haakpatronen te vinden? Om die reden besloot ik een deze blog te schrijven met hierin alle basissteken, makkelijke haakpatronen en Youtube video’s zodat ook jij binnen no-time kan haken!

Wat heb je nodig?

  • Haaknaald 
  • Haakgaren

Welke steken moet ik leren?

Les 1: Ketting haken van lossen

Het allermakkelijkste haakpatroon wanneer je wilt beginnen met haken is toch wel de ‘ketting’. Bij dit haakpatroon maak je eigenlijk maar gebruik van 1 steek, namelijk de ‘losse’. Ook leer je bij dit patroon hoe je moet beginnen met een haakwerkje, namelijk met de ‘opzetlus’. 

Uitleg opzetlus

Uitleg losse steek

Denk je dat je de losse steek goed door hebt? Ga dan door naar de volgende les. Lukt het nog niet goed? Ga dan nog even door met oefenen. Het is belangrijk dat je deze steek goed onder de knie hebt voordat je door gaat.

Les 2: Lapje haken met vasten

Een volgende stap is om een lapje te maken. Je kan lapjes maken met verschillende steken maar de vaste steek is het makkelijkst. Op deze manier krijg je een redelijk ‘dicht’ lapje. Bekijk onderstaande video/stappenplan voor dit eenvoudige haakpatroon.

Begin weer met het haken van een ketting. Doe dit bijvoorbeeld met 15 lossen. Meer of minder kan natuurlijk ook, ligt er maar net aan hoe groot jouw lapje moet worden.

Vervolgens ga je met vasten terugwerken naar het begin van de ketting. Sla de eerste losse over en steek de haaknaald in de 2e steek vanaf de haaknaald. Haal de draad op en trek deze door de 1e lus. Je hebt nu 2 lussen op je haaknaald. Vervolgens haal je de draad weer op en trek je deze door beide lussen heen. Je eindigt nu weer met een lus op de haaknaald en je eerste vaste is gemaakt! Herhaal dit totdat je op het einde van je ketting bent.

Als het goed is heb je nu 15 vasten gehaakt. Wanneer dit klopt dan kun je het haakwerkje omdraaien. Op deze manier kun je beginnen aan de volgende ‘tour’. Start deze tour met 1 losse. Daarna kun je weer vasten gaan haken. Op het einde van de tour tel je weer je steken en wanneer het er 15 zijn kun je je haakwerkje weer omdraaien.

Door deze stappen steeds te herhalen wordt je lapje steeds groter. Ga door totdat je de steek goed door hebt.

Les 3: Lapje haken met halve stokjes

Een variant op de vaste haaksteek zijn halve stokjes. Dit is een veelvoorkomende steek en daarom ook goed om deze te oefenen. Je kan verder gaan met het lapje uit les 2 of begin een nieuw lapje. 

Begin je tour met 2 losse. Een half stokje is namelijk hoger dan een vaste. 2 lossen zijn net zo hoog als 1 half stokje. Na deze 2 losse begin je met je eerste halve stokje. 

2-losse-haken

Bij een half stokje haal je eerst de draad op en vervolgens ga je met de haaknaald door de volgende steek. Dit is ook meteen het verschil met de vaste (waarbij je direct met de haaknaald door de volgende steek gaat). Haal daarna nog een keer de draad op en trek deze door het eerste lusje. Je hebt nu dus 3 lussen op je haaknaald staan. Haal daarna nog een keer de draad op een trek deze door alle drie de lussen. 

Herhaal dit een aantal keer zodat je doorhebt hoe je halve stokjes maakt. Daarna kun je door gaan met les 4 waarbij je hele stokjes leert haken. 

Les 4: Lapje haken met hele stokjes

Wanneer je eenmaal halve stokjes kan haken, dan is het niet meer zo moeilijk om hele stokjes te maken. Deze steken lijken namelijk erg veel op elkaar

Start een nieuwe tour (of een nieuw lapje) met 3 lossen. 3 lossen zijn net zo hoog als 1 stokje. Na deze 3 lossen start je met het eerste stokje.

Haal de draad op en ga met de haaknaald door de eerstvolgende steek. Haal de draad weer op en haal deze door de eerste lus op je haaknaald. Vervolgens haal je de draad weer op en haal je deze door de eerste 2 lussen op de haaknaald. Haal nog een keer de draad op en haal deze door de overige 2 lussen op de haaknaald. Je hebt nu een eerste stokje gehaakt.

Herhaal dit weer een aantal keer zodat je ook de stokjes onder de knie hebt.

Je hebt nu de belangrijkste steken geleerd. Zie hieronder nog de afkortingen van de steken zoals ze vaak in haakpatronen worden gebruikt:

1 l = 1 losse
1 hv = 1 halve vaste
1 v = 1 vaste
1 hst = 1 half stokje
1 st = 1 stokje

Les 5: Ronde onderzetter haken

Les 6: Granny Square haken

3 gedachten over “Haken voor beginners”

Plaats een reactie